dinsdag 27 mei 2025

Verslag expertmeeting jongerentheater

Foto: Maas Theater en Dans (foto: Bart Grietens)

Op 15 mei 2025 organiseerde Fonds 21 een expertmeeting over jongerentheater en de toenemende druk rondom het verbeelden van gevoelige thema’s, zoals gender, identiteit, seksualiteit, racisme en mentale gezondheid. De bijeenkomst bracht een diverse groep makers, programmeurs, educatiemedewerkers samen, afkomstig van onder meer Girls in Woods, Meervaart Theater, Maas Theater en Dans, Studio 52nd, De Krakeling, HNT Jong, Het Nationale Theater (Gebied B), Theater AanZ, Jonge Harten en Sally Dans Maastricht. Gespreksleider was Firoza Mulahella.

 

De aanleiding voor de bijeenkomst was de ervaren weerstand bij het programmeren van voorstellingen die maatschappelijke en gevoelige thema’s behandelen, in het bijzonder binnen de context van scholen. Tegelijkertijd ervaren veel gezelschappen ook ruimte en positieve respons. Het gesprek was dynamisch en veelzijdig, en bood ruimte aan uiteenlopende ervaringen en inzichten uit het veld. Er werd gezocht naar nuance, gedeelde verantwoordelijkheid en concrete oplossingen – zonder de complexiteit uit de weg te gaan.

Veranderend speelveld

De gedeelde ervaring is dat theatermakers en instellingen zich steeds meer moeten verhouden tot maatschappelijke gevoeligheden. "We leven niet meer in een wereld waarin we zomaar kunnen maken wat we willen maken," werd gezegd. Er is sprake van een culturele verschuiving: jongeren spreken zich explicieter uit, ouders nemen een grotere rol in, en politieke of religieuze gevoeligheden kunnen invloed hebben op het wel of niet laten doorgaan van voorstellingen. Toch bleek ook dat niet iedereen directe weerstand ervaart. De meeste organisaties gaven aan dat hun voorstellingen zelden tot nooit onderbroken worden, mits het goed wordt voorbereid.

 

Het belang van context en voorbereiding

Een terugkerend thema was het belang van een goede educatieve inbedding. Jongeren die via school een voorstelling bezoeken, doen dat in een context die ze niet zelf hebben gekozen. Dit vraagt om het waarborgen van veiligheid en om een zorgvuldige voorbereiding. Good practices die gedeeld werden, zijn onder andere:

  • Acteurs stellen zich voorafgaand aan de voorstelling voor, maken connectie en nemen eventuele spanning weg.
  • Educatiemedewerkers die meegaan op tour, zoals bij Maas Theater en Dans, stemmen af met de ontvangende locatie, verzorgen context en bieden nazorg.
  • Lesmateriaal vooraf in de klas, om jongeren mentaal en emotioneel voor te bereiden – al werd ook benoemd dat ouders hierbij betrokken zouden moeten worden, omdat zij soms juist verantwoordelijk zijn voor de weerstand.
  • Sommige gezelschappen beperken de groepsgrootte (maximaal zestig werd genoemd), om rust en veiligheid te waarborgen.
  • Gebruik van humor en luchtigheid, zonder de inhoud te versimpelen – dat werkt verbindend en verlaagt de drempel.

Een ander inzicht: jongeren gedragen zich anders in een vrije voorstelling (met volwassenen erbij) dan in een schoolsituatie. De aanwezigheid van volwassenen kan een regulerende of juist bevrijdende werking hebben. Ook het verschil tussen een middag- en avondvoorstelling werd genoemd: de energie, concentratie en dynamiek zijn dan wezenlijk anders.

 

Artistieke autonomie onder druk?

Een zorg die breed werd gedeeld, is dat de maatschappelijke druk kan leiden tot zelfcensuur of aanpassing van het artistieke verhaal. De autonomie van de kunstenaar komt in het geding als aanpassingen worden gedaan omwille van ouders, scholen of politiek sentiment. Tegelijkertijd werd benoemd dat aansluiting zoeken bij jongeren ook een vorm van betrokkenheid en artistieke intelligentie kan zijn – mits het geen concessie is, maar een bewuste keuze.

 

Kunst presenteert de wereld niet alleen zoals die is, maar ook zoals die zou kunnen zijn. En juist daarin ligt haar maatschappelijke waarde. Kunst mag schuren, uitdagen en raken – ook als dat spanning oplevert. Deep Democracy, als werkwijze om met spanningen om te gaan, werd genoemd als inspirerende methode.

Onderwijs, beleid en systeemverandering

Een belangrijk punt van discussie was de huidige structuur rondom schoolvoorstellingen. Theatergroepen hebben vaak de verplichting om voorstellingen voor scholen te maken, terwijl scholen zelf geen verplichting hebben om deze te bezoeken. Tegelijkertijd verplicht het curriculum scholen wél om te werken aan burgerschap en maatschappelijke vorming – waarin kunst een belangrijke rol kan spelen.

 

Er werd gepleit voor nauwere samenwerking met het onderwijs, maar ook met ouders en bijvoorbeeld jeugdzorg. Kennis van de leefwereld van jongeren, inlevingsvermogen en vertrouwen tussen alle betrokken partijen, zijn hierbij cruciaal. Stichting School & Veiligheid werd genoemd als een relevante partner in dit verband. Ook werd benoemd dat pedagogische opleidingen het belang van kunst en cultuur steviger zouden mogen verankeren, zodat toekomstige docenten de waarde van theater als reflectieve ruimte herkennen.

 

Daarnaast werd uitgesproken dat ook de overheid hierin een grotere verantwoordelijkheid zou moeten nemen. Door heldere beleidskaders te scheppen en het belang van kunst en cultuur in het onderwijs actiever te ondersteunen, kan zij bijdragen aan een structureel betere verankering van jongerentheater binnen het maatschappelijke en onderwijskundige veld.

 

Ruimte houden voor verbeelding en artistieke autonomie

In de kern draaide het gesprek om het belang van jongerentheater als plek voor verbeelding, reflectie en ontdekking. Er werd gewezen op het belang van identificatie: jongeren die zich kunnen herkennen in de verhalen en spelers op het podium voelen zich gezien.

 

En dat jongerentheater moet kunnen schuren – dat is vaak juist waar het betekenisvol wordt. Een opvallende opmerking: “De crisis die we nu ervaren is misschien juist de voedingsbron om door te gaan met schurende thema’s.” Niet ondanks de polarisatie, maar juist daardoor.

Slotgedachten: gedeelde verantwoordelijkheid

Wat de bijeenkomst vooral liet zien, is dat er geen simpele oplossingen zijn. Maar dat wil niet zeggen dat we stil moeten blijven. Integendeel: het gesprek over maatschappelijke druk, jongeren en artistieke vrijheid verdient verdieping, continuïteit en bondgenoten. Een terugkerende vraag was: waar willen we als cultuursector voor verantwoordelijk gehouden worden? En: hoe kunnen we die verantwoordelijkheid delen met de overheid, scholen, ouders en andere maatschappelijke partners?

 

Fondsen, zo werd benadrukt, kunnen hierin een steunende en richtinggevende rol spelen. Niet alleen door projecten mogelijk te maken, maar ook door vertrouwen te houden – ook als zalen tijdelijk leeg blijven. Het stellen van de juiste vragen, het delen van good practices en het zichtbaar maken van de dilemma’s zijn essentiële stappen.

 

Fonds 21 blijft hierover in gesprek, met makers, instellingen, de overheid en collega-fondsen. Want alleen samen kunnen we zorgen dat jongerentheater een vrije en veilige plek blijft voor verbeelding, confrontatie en ontwikkeling.